Hoe om te gaan met media voor de allerkleinsten?

Inleiding

Als het gaat om mediagebruik van jonge kinderen, hebben veel ouders het vooral over het digitale mediagebruik van hun kinderen. En direct daarna worden dan vaak de pijnpunten aangehaald; te lang ermee bezig zijn, ongeschikte inhoud en zeurgedrag. Dit blijkt uit het onderzoek Iene Miene Media dat elk jaar de stand van zaken geeft over het mediagebruik van kleine kinderen en de manier waarop ouders daarmee omgaan.

Break to next page after this element (Switch to PDF view)

Wat vaak niet duidelijk is, is dat mediaopvoeding net zo goed gaat om andere media, zoals (voorlees-)boekjes. In een optimale mediaopvoeding zouden echter zowel digitale als andere media aangeboden moeten worden en zou er sprake moeten zijn van een gezonde balans waarbij de ouder zich steeds bewust is van het voorbeeld dat hij of zij geeft.

Uit het onderzoek blijkt verder dat de gewone (voorlees)boekjes toch nog steeds het meest worden gebruikt: in ruim 80% van de gezinnen met kleine kinderen wordt geregeld tot vaak gelezen (let op: in minder dan 20% van de gezinnen wordt dus nooit of zelden gelezen!). Daarna volgen op nummer twee de televisie (ruim 70%) en op nummer drie de tablet (ruim 60%). Deze top-3 blijft al een aantal jaren overeind.  

Mediaopvoeding begint al in de wieg, net als de algemene opvoeding van een kind. We associëren de term vooral met schermmedia, maar ook boekjes zijn media. Daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen om het taalbegrip van het jonge kind te stimuleren. Met elkaar praten over waar je mee bezig bent, de afspraken die je maakt en waarom je ze maakt – dat vraagt om taalbegrip’.

Krista Okma

“Veel ouders maken zelf regelmatig gebruik van schermen: op het werk, thuis en onderweg”, zegt Prof. Dr. Peter Nikken van het Nederlands Jeugdinstituut. ”Kinderen krijgen daardoor een gewichtig voorbeeld over hoe belangrijk media zijn. Voor hen is het dus steeds gewoner dat ze zelf ook media gebruiken op allerlei momenten van de dag en op allerlei plekken. Attendeer ouders er dus gerust op dat zij voor een goede balans van activiteiten moeten zorgen: naast media moet er ook voldoende tijd zijn voor slapen, vrij spelen en met elkaar praten en lachen. 

“Leren doe je met vallen en opstaan, het socialiseren van jouw kind doe je niet met behulp van data en cijfertjes, maar op basis van ervaring, sfeer en gezond verstand.”

Helprich ten Heuw
Docent minor Mediawijsheid Hogeschool Windesheim

Een kwartier schermtijd is volgens de laatste inzichten het aanbevolen maximum per dag, onder begeleiding van de ouders of professionals. Op die manier vormen digitale media geen vervanging, maar een aanvulling op de activiteiten van jonge kinderen.

Mary Berkhout van Mediawijzer.net: “De laatste wetenschappelijke inzichten laten zien dat schermgebruik door kinderen jonger dan 2 jaar meestal niet bijdraagt aan hun ontwikkeling. Een blokkendoos is voor deze kinderen waardevoller.” 

*Jaarlijks onderzoek Iene Miene Media van het Nederlands Jeugdinstituut in opdracht van Mediawijzer.net onder ruim 1000 ouders van kinderen van 0 t/m 8 jaar.

Nieuwe media niet meer weg te denken 

Duidelijk is dat het gebruik van de moderne media niet meer weg te denken is uit het dagelijks leven van jonge kinderen. De hoeveelheid digitale mediatijd onder jongere kinderen lijkt echter steeds langer te worden. Al is het maar voor het gemak van de ouders, de media houden de kinderen makkelijk zoet. Bewustwording en het (verantwoord) leren omgaan met media moet daarom onderdeel worden van de mediaopvoeding voor en door ouders en kinderopvang.

Deze publicatie ‘Samen wijs met media’ is een hulpmiddel voor directie, managers van kinderopvangorganisaties [1] én de pedagogisch medewerkers om media een plaats te geven binnen het pedagogisch beleid en om met jonge kinderen (0-6 jaar) verantwoord met media aan de slag te gaan. Door op een bewuste manier met de verschillende media om te gaan, bieden we kinderen kwalitatief goede producten, die aansluiten bij hun ontwikkelingsniveau.

De volgende onderwerpen en vragen komen aan bod:

  • Mediabewustzijn ontwikkelen bij directie en medewerkers van kindercentra.
  • Wat houden mediawijsheid en mediaopvoeding in? 
  • Welke vaardigheden van kinderen zijn aan de orde op welke leeftijd?
  • Welke doelen uit het pedagogisch beleidsplan van een kindercentrum sluiten aan bij mediavaardigheden?
  • Handvatten om te komen tot een visie op mediaopvoeding en mediawijsheid binnen kinderopvangorganisaties. 
  • De verbinding van mediagebruik aan algemene opvoedingsdoelen uit het Pedagogisch Kader.

Daarnaast bevat deze publicatie tips voor wie zoekt naar verantwoorde sites, apps, tv-programma’s en andere media voor jonge kinderen. In deze publicatie is een lijst opgenomen van diverse organisaties die professionals en ouders helpt bij het kiezen van een verantwoord media-aanbod

[1] Onder kinderopvangorganisaties verstaan we kinderdagverblijven en peuterspeelzalen

Mediaopvoeding en mediawijsheid

Computers, tablets, smartphones en televisie zijn niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. En de traditionele (voorlees-)boekjes gelukkig ook niet. In bijna ieder huishouden zijn ze aanwezig, en dus komen ook jonge kinderen thuis met deze media in aanraking. In de kinderopvang is het gebruik van de digitale media nog niet zo gewoon en al helemaal niet vanzelfsprekend. Deze publicatie is bedoeld om het mediabewustzijn van professionals die te maken hebben met 0-6-jarigen, te ontwikkelen. Want naast ouders, hebben ook zij een rol in de mediaopvoeding en ontwikkeling van mediavaardigheden van de jongste kinderen. 


(Digitale) media zijn geen vervanging voor het ‘traditionele’ spelen van kinderen. Ze kunnen wel een aanvulling vormen, die de ontwikkeling stimuleert. Volgens experts hebben kinderen van 0 tot 2 jaar nog geen baat bij beeldschermmedia. Voorlezen echter, heeft wel een duidelijk positief effect op zowel de (taal-)ontwikkeling als de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind (Meer voorlezen, beter in taal KvL, 2017) 


Voor zover nu bekend is, is het gebruik van beeldschermen op zich niet schadelijk. De zorg bij de experts ligt echter in de hoeveelheid tijd die een kind doorbrengt met een tablet, achter de computer of voor de tv. Dit moet niet teveel zijn, want dan kan het schadelijk zijn voor de fysieke ontwikkeling. En als er gekeken wordt, is het belangrijk dat de media samen met een volwassene gebruikt worden. Die kan uitleggen wat er te zien en te beleven is. Dit geeft (talige) interactie en plezier, waardoor het kind ervan leert. 

De invloed van media blijft alsmaar toenemen. Wie daar op jonge leeftijd slim mee om leert gaan, stapt mediawijs de wereld in.

Bekijk  'Jouw wereld vol media'

Remco Pijpers van Kennisnet geeft aan dat te intensief gebruik van digitale media ten koste gaat van de breinontwikkeling van kinderen. Simpelweg omdat kinderen die veel tijd met digitale media bezig zijn, minder tijd kunnen besteden aan het ontdekken en ervaren van de wereld om hen heen. Pas vanaf een jaar of twee à drie gaan media de fantasie van kinderen prikkelen, ze nieuwsgierig maken en aanzetten tot spel en naspelen, wat ‘echte’ ervaringen creëert voor het kind. 


Om media gericht te kunnen inzetten en te zorgen voor een leerervaring, is kennis nodig over de media zelf en de rol die verschillende media kunnen spelen. Evenals inzicht in de ontwikkeling van jonge kinderen en kennis over inbedding van betekenisvolle media-activiteiten in het programma. Een stukje ‘mediaopvoeding’.

 “Voorbeeldgedrag is heel belangrijk. Als je als ouder continu met media bezig bent, spiegelt een kind zich hieraan.”

Breinexpert  Gerjanne Dirksen

De invloed van media blijft alsmaar toenemen. Wie daar op jonge leeftijd slim mee om leert gaan, stapt mediawijs de wereld in.


Waarom is voorlezen aan je baby eigenlijk zo goed? Hoe bepaal je of een website of app goed is voor een kleuter? Kan het kwaad om je kind even achter de iPad te zetten terwijl je kookt? Het zijn vragen die ouders van jonge kinderen én professionele opvoeders die werken met kinderen tussen 0 en 6 jaar, zich stellen. Als ouders en professionals leren bewust om te gaan met media, mét kinderen en in het bijzijn van kinderen, maken we van kinderen bewuste en kritische mediawijze burgers. Daar kun je het beste al vroeg mee beginnen. 

Hoe surft een kind veilig op internet? Hoe bepaal je of een website of app goed is voor een kleuter? Hoeveel dagelijkse game- of kijktijd is verantwoord? Het zijn vragen die ouders van jonge kinderen én professionele opvoeders die werken met kinderen tussen 0 en 6 jaar, zich stellen. Als ouders en professionals leren bewust om te gaan met media, mét kinderen en in het bijzijn van kinderen, maken we van kinderen bewuste en kritische mediawijze burgers. Daar kun je het beste al vroeg mee beginnen. 

Afbeelding: mediaukkies.nl

‘Goed’ omgaan met media

Onder mediaopvoeding verstaan we alle inspanningen van ouders en kinderopvang (opvoeders) om het kind te begeleiden zelfstandig en wijs om te kunnen gaan met media. Oftewel, het kind leren kritisch en bewust te lezen, te gamen, te internetten en tv te kijken. Hierbij helpt het om mee te kijken naar wat het kind met de media doet. Het stellen van grenzen en regels is van wezenlijk belang. Het geven van uitleg over wat de kinderen zien helpt om de reacties en het begrip van het kind te sturen (Livingstone, 2007). Maar ook het geven van complimenten en duidelijk maken welke positieve punten mediagebruik heeft, draagt bij aan een goede manier om met media om te gaan. Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de mediaopvoeding, maar zij kunnen het niet alleen. Daarom is het belangrijk dat ook professionals werkzaam in de kinderopvang en het onderwijs nadenken over hoe zij ouders kunnen ondersteunen bij mediaopvoeding en hoe zij zelf een actieve bijdrage aan mediaopvoeding kunnen leveren.


Door zelf mediabewust te zijn, leren ouders en professionals hoe jonge kinderen spelenderwijs hun weg kunnen vinden in het grote aanbod (digitale) media en kunnen ze hen goed begeleiden tijdens hun mediagebruik. Daar kun je niet vroeg genoeg mee beginnen.

Mediaopvoeding hangt nauw samen met ‘mediawijsheid’, een term die de Raad voor Cultuur in 2005 heeft geïntroduceerd. De Raad bedoelt daarmee: ‘het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteiten waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld’. Pedagogisch medewerkers en ouders die een actieve rol vervullen bij de mediaopvoeding, helpen mediawijsheid bij kinderen te bevorderen. Maar om kinderen te kunnen sturen en coachen, moeten ouders en professionals zelf wel een weloverwogen eigen standpunt hebben en voldoende mediawijs zijn. Zij hebben namelijk een duidelijke voorbeeldfunctie. Maken ouders intensief gebruik van social media op mediadragers zoals hun tablet of smartphone? Dan zien we bij de kinderen vaak ook een bovenmatig mediagebruik. En aan de andere kant geldt natuurlijk ook: groeien kinderen op in een omgeving waarin gelezen wordt, dan zullen zij zelf ook gemakkelijk naar een boek grijpen.


Krista Okma: “Ouders, grootouders, professionals op de opvang: iedereen die betrokken is bij de totale opvoeding is verantwoordelijk voor de mediaopvoeding. Wel kun je zeggen dat mediagebruik voornamelijk thuis gebeurt, dus dat bij ouders het zwaartepunt ligt. Toch moeten we de opvang en voorscholen niet vergeten. Afhankelijk van de visie en het beleid van de organisatie worden hier ook media gebruikt. Eigenlijk kun je stellen: zodra je media aanbiedt, heb je een rol in de opvoeding. Dan moet je zorgen voor een goede balans. Het jonge kind leert nog steeds het meeste van dingen in de echte wereld. Natuurlijk: een scherm kan ontspanning bieden, maar dat doet een boekje of een blokkendoos ook”.

Tip!
Zorg voor balans

Zorg ervoor dat je kind niet alleen maar bezig is met media; voor jonge kinderen is het erg belangrijk dat ze ontdekken hoe dingen voelen, ruiken en bewegen. Dit kunnen ze alleen leren in het ‘echte leven’ en niet via beeldschermen (Mediadiamant mediawijzer.net).

Tip! 
Zorg voor voldoende rust

Vlak voor het naar bed gaan liever geen media; Laat je kind vlak voor het naar bed gaan geen gebruik maken van (digitale) media. Ze krijgen dan te veel prikkels en indrukken om te verwerken, en het blauwe licht van het beeldscherm verstoort het kunnen inslapen (Mediadiamant).

De MediaDiamant;
5 kanten van mediaopvoeding

Kinderen groeien op met allerlei soorten media; van voorleesboekjes en filmpjes tot online muziek en spelletjes. Media zijn leuk en je kind kan er veel van leren. Tegelijkertijd zijn er ook risico’s en is het belangrijk dat kinderen veilig met media kunnen omgaan.  Je wil je kind goed begeleiden maar weet niet altijd hoe. De MediaDiamant (ontwikkeld door Mediawijsheid.nl) is een handige wegwijzer met tips voor ouders om kinderen van 0 tot en met 18 jaar mediawijs op te laten groeien. Hij is opgebouwd uit vijf kanten die samen de belangrijkste onderdelen van mediaopvoeding vormen:

  • Plezier – geniet van de mogelijkheden

  • Veilig – voorkom risico’s

  • Samen – begeleid je kind

  • Inhoud – weet welke media geschikt zijn

  • Balans – momenten met en zonder

Bij iedere kant geeft de MediaDiamant praktische tips en informatie. Zo kun je je kind helpen om – van kleins af aan – gezonde mediagewoontes te ontwikkelen. 

Mediawijsheid als basisvaardigheid

In de huidige maatschappij is mediawijsheid net zo’n belangrijk onderdeel van de opvoeding als leren lezen, rekenen of fietsen. Het leren om op een goede en veilige manier met media om te gaan, moet daarom ook dagelijks aandacht krijgen. Thuis en in de kinderopvang, maar ook op school en in de bibliotheek. Hoe eerder, hoe beter, want jonge kinderen pakken nieuwe (media)ontwikkelingen snel op. 

De omschrijving van het begrip mediawijsheid door de Raad van Cultuur is zeer accuraat, maar hij is ook lastig om in de praktijk mee te werken. Want als je niet goed weet waar mediawijsheid om draait, is het ook moeilijk om materiaal te ontwikkelen voor jonge kinderen, aan de slag gaan en eventueel effecten te kunnen meten. Als hulpmiddel heeft Mediawijzer.net in 2012 daarom het Mediawijsheid Competentiemodel ontwikkeld. 

Eind 2020 is het competentiemodel herzien. In het nieuwe Mediawijsheid Competentiemodel 2021 vind je acht mediawijsheidcompetenties en tien gebieden waarbinnen Nederlanders tastbare resultaten kunnen boeken met hun mediagebruik. Het model is verder uitgewerkt naar competentieniveaus voor leerlingen in het po. Er zijn niveaus en taken omschreven voor kinderen in groep 1/2, groep 3/4, groep 5/6 en groep 7/8. Daarnaast zijn competentieniveaus beschreven voor po-leerkrachten en pabo-studenten.

Vaardigheden en ontwikkeling van kinderen

In de eerste vier jaar van het leven van een kind staat de ontwikkeling van de zintuigen centraal. Door te voelen, horen, ruiken, proeven en zien, leren kinderen over de wereld om hen heen. Al bewegend proberen ze dingen uit en doen ze ervaringen op. Dat lukt niet met digitale media. Het brein van kinderen tot zeker vier jaar heeft driedimensionale, doorleefde en interactieve ervaringen nodig om zijn hersenen te ontwikkelen. Juist door te ontdekken, uit te proberen en te herhalen ontwikkelt een kind diverse vaardigheden die het in zijn leven nodig heeft.

“Het grootste misverstand van deze tijd is dat kinderen spelen om zich te ontwikkelen. Kinderen spelen. En zo ontwikkelen ze zich. Maar spelen moet je leren, terwijl wij onze kinderen steeds meer speelgoed geven dat alle antwoorden al heeft.”


Marianne de Valck, Adviesbureau Spelen en Speelgoed

Een aantal pedagogen heeft deze fysieke opvoedingsdoelen en een aantal andere thema’s verder uitgewerkt en geconcretiseerd in het ‘Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar’. Dit Pedagogisch kader biedt concrete handvatten en een breed overzicht van de competenties die 0- tot 4-jarigen kunnen ontwikkelen in kindercentra. Elk centrum kan hierbinnen zijn eigen accenten leggen. 

In de wettelijke beleidsregels ‘Kwaliteit kinderopvang
en peuterspeelzalen’ is vastgelegd dat een pedagogisch
beleidsplan ten minste:

  • Een beschrijving moet bevatten van de wijze waarop de emotionele veiligheid
    van kinderen wordt gewaarborgd;

  • Mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke en sociale competentie worden geboden;

  • En een beschrijving moet bevatten van de wijze waarop de overdracht van normen
    en waarden aan kinderen plaatsvindt. 

Deze drie basisdoelen zijn ontleend aan het model van professor J.M.A. Riksen-Walraven*.

*Riksen-Walraven, M. (2004). Pedagogische kwaliteit in de kinderopvang: doelstellingen en kwaliteitscriteria. In R. van IJzendoorn, L. Tavecchio, & M. Riksen-Walraven (red.), De kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang, p. 100-123.

De ontwikkeling van persoonlijke competenties [3] in het Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar is als volgt ingedeeld:

Bij persoonlijke ontwikkeling kun je naast –en deels ook onder- taalontwikkeling ook mediaontwikkeling beschrijven en de ontwikkeling die je als professional in de kinderopvang nastreeft. Mediaontwikkeling past binnen de sociale ontwikkeling waarbij activiteiten een plaats krijgen, die kinderen leren om hun ervaringen te delen, te kijken hoe de ander iets doet en samen te zoeken naar oplossingen. Deze sociale activiteiten stimuleren het contact tussen kinderen onderling en het contact met de pedagogisch medewerker. 


Elk kind ontwikkelt zich op een andere manier. Toch zijn er lijnen in de ontwikkeling van kinderen aan te geven, ook als het gaat om mediaontwikkeling. Op de volgende pagina is een aantal ontwikkelingen en vaardigheden van kinderen schematisch weergegeven.

[3]  Onder ‘competentie’ wordt verstaan: een samenhangend geheel van: motivatie en houding; kennis en inzicht; en vaardigheden. Uit: Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar, pag. 62.

Tip!  
Sluit aan bij lopende thema’s

Zoek relevante sites, apps, boeken en games of andere toepassingen en koppel deze aan de bestaande activiteiten of het thema dat aan de orde is in de groep. Met een filmpje over het strand kun je kinderen bijvoorbeeld binnen het thema ‘zomer’ kennis laten maken met het strand en de zee.

Door verschillende media te combineren met het fysieke spel, creëer je een doorleefde ervaring, waarbij alle zintuigen aan bod komen. Op deze manier zijn media een aanvulling op de werkwijze van een kindcentrum of het VVE-programma dat een kindcentrum gebruikt.

Activiteiten in de groep

Schematische weergave vaardigheden en ontwikkelingen van kinderen. Klik om te vergroten.

Bij het aanbieden van activiteiten wordt rekening gehouden met een evenwichtige verdeling tussen vrij spel en georganiseerde activiteiten, begeleid en onbegeleid spel. Kinderen krijgen de ruimte om hun eigen spel en spelgenootjes te kiezen, waarbij de pedagogisch medewerkers hun betrokkenheid tonen bij het spel en mogelijkheden aangrijpen om het spel te verdiepen of uit te breiden. 


Georganiseerde activiteiten zullen naast plezier ook vaak ontwikkelingsstimulering en  talentontwikkeling tot doel hebben. Daarbij kunnen onder de noemer ‘media’ naast voorlezen ook digitale media worden ingezet. Zorg ervoor dat de op de groep aanwezige materialen gevarieerd zijn, van goede kwaliteit zijn en bijdragen aan de zintuiglijke, motorische, cognitieve, taal- en sociaal-emotionele ontwikkeling. Evenals voor materialen die passen bij de leeftijd en die uitnodigen tot ontdekken en creëren. 


Het Bureau Kwaliteit Kinderopvang levert in het najaar van 2014 een kwaliteitsvisie op met doelen voor de ontwikkeling van het kind. Dit zijn doelen als spel en plezier, educatie en ontwikkeling, het aanleren van normen en waarden, het versterken van het reflectieve vermogen en interactievaardigheden. Mediavaardigheden passen bij al deze doelen. 


Vijf minuten
per keer

Digidreumesen, een initiatief van Het Kinderopvangfonds, adviseert om één (5 minuten) of twee digitale activiteiten (totaal 10 minuten, niet achter elkaar) per dag te doen als kinderen bij de kinderopvang aanwezig zijn. Langer dan vijf tot tien minuten kunnen ze hun aandacht namelijk niet vasthouden. 

Zorg voor goede
begeleiding

Net als bij voorlezen en het begeleiden van spel bij jonge kinderen, is de rol van pedagogisch medewerkers belangrijk bij de inzet van media. Zet kennis en vaardigheden in om kinderen actief bij de activiteit te betrekken en daag kinderen uit om tijdens de ‘digitale activiteit’ te praten, te bewegen, te zingen en naast of met elkaar te spelen of te kijken. De pedagogisch-didactische vaardigheden die de medewerker inzet, verschillen in dat opzicht niet van de benodigde vaardigheden bij andere activiteiten. 

De rol van de kinderopvang en het onderwijs bij mediaopvoeding

Ouders zijn uiteraard verantwoordelijk voor de opvoeding, maar als het gaat om mediaopvoeding, kunnen professionals werkzaam in de kinderopvang (peuterspeelzaal, kinderdagverblijf en bso) en het onderwijs daarbij zeker ook een belangrijke rol vervullen.  

"Het is geen kwestie van ouders betrekken maar van samen vertrekken."

David Kranenburg

Professionals spelen een belangrijke rol, omdat met de komst van de digitale middelen op de groep (denk aan digitaal ouderportaal en het digibord), de kinderen ook binnen de kinderopvang en het onderwijs in aanraking komen met digitale middelen. In veel gevallen wordt dit enkel door de volwassene ingezet, maar de stap naar gebruik door kinderen is klein. Daarbij hebben professionals niet alleen een voorbeeldfunctie naar kinderen, maar zijn ze ook een inspiratiebron en voorbeeld voor ouders.

“Mediaopvoeding stopt immers niet bij de voordeur. Dat gaat naadloos over in de schoolomgeving. En waar je over de digitale vaardigheden als programmeren nog kan zeggen: dat is een taak van school, gaat mediawijsheid voor een groot deel ook over houding en gedrag. Dat is bij uitstek iets dat je als school en ouder samen oppakt.”

David Kranenburg

Het is aan de kinderopvang en het onderwijs om een visie te ontwikkelen op hun rol bij mediaopvoeding. Denk na over het waarom en het hoe van de inzet van verschillende soorten media en betrek daarbij zowel de analoge media als de digitale media. Ten behoeve van borging is het verstandig om de visie te vertalen in concreet beleid en afspraken. Belangrijk: zorg dat het beleid onderdeel wordt van het pedagogisch didactisch beleid en het communicatieplan. Hierdoor kan ook direct de link worden gelegd tussen boek, beeldscherm en spel. Aangezien begeleiding van de professional belangrijk is voor het creëren van een veilige omgeving en plezier en de interactie zorgt voor een effect op de ontwikkeling, is het belangrijk ook vooral stil te staan bij de rol van de professionals. Deze rol gaat verder dan de rol van de ouder of verzorgende.

Tip!
Samen is niet alleen.

Betrek bij het ontwikkelen van een visie het managementteam, locatieleiders, vertegenwoordigers van de professionals op de werkvloer én ouders. Zij kennen de doelgroep van dichtbij en weten wat nodig is.

Professionals zoals een (lees-)mediacoach van de bibliotheek of het Centrum voor Jeugd en Gezin kunnen ondersteunen bij het ontwikkelen van een gerichte visie en het opzetten van een structurele aanpak voor mediaopvoeding, die past bij de specifieke organisatie. 

Tip!
‘Start with why*’

Vragen die gesteld kunnen worden bij het ontwikkelen van een visie zijn:

• Waarom vinden we als organisatie dat we een rol hebben bij mediaopvoeding?

• Wat is de rol van pedagogisch medewerkers/ leerkrachten bij mediaopvoeding?

Professionals zoals een (lees-)mediacoach van de bibliotheek of het Centrum voor Jeugd en Gezin kunnen ondersteunen bij het ontwikkelen van een gerichte visie en het opzetten van een structurele aanpak voor mediaopvoeding, die past bij de specifieke organisatie. 

*Start with why

De Golden Circle is een krachtig denkmodel ontwikkeld door Simon Sinek, waarbij hij ervanuit gaat dat organisaties en mensen opereren op drie niveaus: 'waarom' en ‘hoe’ men iets doet en ‘wat’ men dan doet. Volgens Simon Sinek is een organisatie pas echt succesvol als de eerste vraag 'waarom' duidelijk is.

Break to next page after this element (Switch to PDF view)

Tip!
Stel jezelf als organisatie de volgende concrete vragen;

• Waarom gebruiken we media met kinderen?

• Welke media gebruiken we?

• Hoe (en waarom) worden verschillende media ingezet?

• Hoe zorgen we voor een balans tussen beeldscherm, boek en (buiten)spel?

• Hoe werken we samen met ouders?

• Hoe communiceren we met ouders?

• Hoe communiceren we met kinderen? Hoe maak je de gemaakte afspraken bijvoorbeeld duidelijk?

• Hoe gaan we om met foto’s van kinderen

• Etc.

Praktijk voorbeeld

Onder leiding van Denise Bontje heeft kinderopvangorganisatie De Kleine Wereld nagedacht over hun visie op media. Door het gebruik van het digitaal ouderportaal was de tablet zichtbaar aanwezig op de groep. Om pedagogisch medewerkers bewust te maken van het voorbeeld dat zij geven, is niet alleen een visie en beleid opgesteld m.b.t. media, maar hebben zij ook een spiegel voorgehouden gekregen, zodat er wordt nagedacht over richtlijnen en gedragscodes. Tegelijkertijd zijn ze ook door Denise en de bibliotheek geïnformeerd over de mogelijkheden om naast het boek ook andere media in te zetten op de groep.

Tip! 
Gebruik je
interactievaardigheden

Als pedagogisch medewerker stimuleer je kinderen in hun spel en in hun ontwikkeling. Dat doe je vanuit je kennis, maar ook vanuit je gevoel en intuïtie. Gebruik je alle onderstaande vaardigheden al? 

Geef emotionele ondersteuning
Zorg dat je in de buurt bent tijdens de activiteit waarbij digitale media worden ingezet en observeer de kinderen. Sta open voor signalen die het kind uitzendt: heeft het ondersteuning nodig? En zo ja, welke?

Respecteer de autonomie
Kinderen kunnen en willen heel veel zelf doen. Als je daar de ruimte voor geeft, gaan ze vanzelf op onderzoek uit. Zelf doen maakt trots en dat zorgt voor zelfvertrouwen bij een volgende opdracht. Het respecteren van de zelfstandigheid van kinderen betekent dat je het spel niet overneemt, maar dat je het de kinderen zelf laat doen. Natuurlijk kun je wel dingen voordoen als ze het niet begrijpen.

Geef leiding en biedt structuur
Maak duidelijke afspraken over de inzet van digitale media en vertaal dit in heldere regels voor de kinderen. Maak eventueel gebruik van picto’s of symbolen om aan te geven wanneer welk medium gebruikt mag worden. Gebruik een kookwekker zodat kinderen een herkenbare tijdslimiet hebben.

Geef informatie en uitleg
Zeker de eerste paar keer dat een nieuw apparaat op de groep wordt gebruikt, is het belangrijk dat je vertelt wat je doet. Zorg dat je tijdens het gebruik van een app of spelletje beschikbaar bent voor uitleg en hulp.

Begeleid de interactie in de groep
Stimuleer de uitwisseling tussen kinderen, tijdens een activiteit waarbij digitale media worden ingezet. Laat de kinderen eerst elkaar helpen. Komen ze er niet zelf uit, dan kun jij helpen.

Stimuleer de ontwikkeling
Digitale media kunnen actief worden ingezet om de ontwikkeling van (jonge) kinderen te stimuleren.

Criteria voor
websites en apps

Mediawijzer heeft voor ouders en professionals een whitepaper opgesteld met criteria voor kwalitatief goede apps voor heel jonge kinderen. Eén opmerking vooraf: als een app niet gebruikersvriendelijk is, onveilig of onbetrouwbaar, dan is hij sowieso niet geschikt voor jonge kinderen!

Betrouwbaarheid en veiligheid - Bij iedere kinderapp behoort duidelijke en volledige informatie gegeven te worden over doel, speelduur, leeftijd en niveau van het kind. De app mag nooit data van kinderen opslaan, laat staan delen met derden.

Gebruikersvriendelijkheid - de app sluit aan op het niveau en de belevingswereld van het kind; op de motoriek, taalontwikkeling, reactiesnelheid en kijk op de wereld.

Aantrekkelijkheid - Vanzelfsprekend ziet een kinderapp er mooi en visueel aantrekkelijk uit. Ook de geluiden en het beginscherm, onderwerp en de verhaallijn zijn eenvoudig en duidelijk. Het taalgebruik in de app is afgestemd op peuters, kleuters en wellicht ook dreumesen.

Originaliteit - De app verrast door bijvoorbeeld originele spelletjes of wendingen in het verhaal. De app inspireert kinderen doordat deze hen op ideeën brengt.


Speelwaarde - De kwaliteit van het spel in de app is belangrijk. Apps met een hoge speelwaarde (het kind wordt uitgedaagd creatief of vindingrijk te zijn) sluiten aan bij de belevingswereld van jonge kinderen en nodigen uit tot interactie met andere kinderen of ouders. Als de app verbindingen legt met de omgeving, leren kinderen de buitenwereld op een veilige manier kennen en blijft de speelervaring niet alleen beperkt tot de app. 

Hulp nodig bij het kiezen? Zie ook de media-aanbieders in deze publicatie!  Klik hier

Media-
aanbieders

Er zijn diverse organisaties die ouders en kinderopvang helpen bij het kiezen van een verantwoord media-aanbod. Een overzicht:

Mediasmarties

Een overzicht van kindermedia, afgestemd op de leeftijd van kinderen van 1,5 tot 11 jaar, met informatie over de inhoud en geschiktheid van boeken,  televisieprogramma’s, (bioscoop)films, online games, video games, apps en websites. 
www.mediasmarties.nl

AppLab

AppLab is de selectie apps die Cinekid uitkiest als voorbeeldstellend in het enorme internationale aanbod. In acht handige categorieën zijn de app-tips makkelijk te vinden en te vergelijken. Alle apps in de selectie zijn getest op kwaliteit, speelbaarheid en veiligheid.

www.cinekid.nl

Bereslim

Computerspellen voor jonge kinderen van 3 tot 7 jaar én hun ouders en opvoeders. Kinderen kunnen spelletjes doen en prentenboeken bekijken. 

www.bereslim.nl

Fundels

Bestaande prentenboeken komen voor kinderen van 3 tot 7 jaar op een interactieve manier tot leven. Het digitale prentenboek omvat een animatie, aangevuld met teken-, speel- en doe-activiteiten.

www.fundels.com

Wepboek 

Geanimeerde prentenboeken, onderverdeeld in drie leeftijdscategorieën (2- 3 jaar, 3-4 jaar en 4-5 jaar). Uitgangspunt is taalstimulering door het aanbieden van onder andere beelden, geluiden en woorden
www.wepboek.nl

Meer informatie

Er zijn veel sites met interessante informatie over media en jonge kinderen. Een paar goede zijn:

Programmalijn Boekstart

Bied digitale media aan kinderen van 2 tot 4 jaar verantwoord met de programmalijn Boekstart. SIOB maakte hiervoor het visiedocument. De Bibliotheek, BoekStart en digitale media 2-4 jaar.

Ook op de website BoekStart Pro vind je in de toolkit een mooi en overzichtelijk aanbod op het gebied van mediaopvoeding; website BoekStart Pro 

De Media Ukkie Dagen

De Media Ukkie Dagen; elk jaar één week volle aandacht voor het mediagebruik van ukkies. Mediawijzer.net wil samen met haar netwerkpartners ouders en (professionele) opvoeders bewustmaken hoe belangrijk het is om bewust om te gaan met de mediaopvoeding van jonge kinderen en hoe je dat kunt aanpakken. Zo is er tijdens de Media Ukkie Dagen van 2018 bijvoorbeeld het Digi ABCD voor ukkies ontwikkeld. Een overzicht met praktische tips voor mediaopvoeding voor de allerkleinsten.


Zie voor beide Mediaukkies

Kennisnet

Kennisnet is voor scholen en instellingen in het primair onderwijs (po), het voortgezet onderwijs (vo) en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) de gids en bouwer van het ict-fundament. Vanuit de gidsfunctie helpt Kennisnet besturen en scholen verder met kennis over wat werkt met ict in het onderwijs.


Zie kennisnet

Mediawijzer.net

Mediawijzer.net is het Nederlands netwerk voor mediawijsheid, in 2008 opgericht op initiatief van de Ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Jeugd en Gezin. Het doel van Mediawijzer.net is om alle kinderen en jongeren in Nederland in staat te stellen mediawijs te leven. Dit wordt gedaan door -samen met een sterk netwerk van organisaties-, initiatieven te ontplooien gericht op het onderwijs, ouders/opvoeders en de jeugd zelf.


Zie Mediawijzer.net

MediaDiamant

De MediaDiamant is in het leven geroepen om ouders hulp te bieden bij de mediaopvoeding. De MediaDiamant is een handige wegwijzer met tips voor opvoeders en professionals om kinderen van 0 t/m 18 jaar mediawijs op te laten groeien. 


Zie MediaDiamant

Mediaopvoeding.nl

Mis dé vraagbaak voor ouders, kinderen en professionals voor vragen over media en mediagebruik van kinderen. De vragen worden beantwoord door deskundigen als Dr. Justine Pardoen (specialist mediaopvoeding bij Bureau Jeugd & Media) en Prof. dr. Peter Nikken (psycholoog en gespecialiseerd in de invloed van media op de ontwikkeling van kinderen).


Zie Mediaopvoeding

Het Nederlands Jeugd Instituut

NJI, Het Nederlands Jeugd Instituut, kenniscentrum over jeugd en opvoeding. Professionals kunnen ouders helpen bij het vinden van antwoorden over jeugd en opvoeding. Daarvoor heeft het NJI de Toolbox Mediaopvoeding ontwikkeld.


Zie Het Nederlands Jeugd Instituut

Wat is de rol van de bieb?

Er zijn diverse trainingen voor pedagogisch medewerkers, waar ze leren digitale media optimaal in te zetten in hun groep en kinderen spelenderwijs te ondersteunen in hun ontwikkeling. Daarbij wordt aangesloten bij de eigen werkwijze van kinderopvangorganisaties, de pedagogische thema’s en onderwerpen en/of een VVE-programma. Hierdoor wordt de inzet van educatieve apps en digitale prentenboeken een verrijking van de dagelijkse kinderopvangpraktijk en een eigentijdse aanvulling op spelen en bewegen. 


De bibliotheek kan een partner zijn voor zowel ouders als pedagogische medewerkers en leerkrachten bij mediaopvoeding. Vanuit de oude rol als vindplaats en wegwijzer/adviseur kan de bieb ouders en professionals op weg helpen bij het vinden van geschikte media voor jonge kinderen. Daarbij kan ze ook een voorbeeldfunctie voor hen en de kinderen zijn door in de bibliotheek verschillende media bij elkaar te zoeken, deze samen te etaleren en kinderen uit te dagen tot spel.


Daarnaast kan de bibliotheek vanuit de educatieve functie professionals bewust maken van hun rol bij mediaopvoeding en trainen om media bewust en activerend in te zetten. Verschillende bibliotheken pakken die rol al door deel te nemen aan het netwerk Kind en Media en trainingen zoals Haal meer uit media op te nemen in hun aanbod.

Doorlopende lijn mediawijsheid

Cubiss heeft in opdracht van de Provincie Noord-Brabant en in samenwerking met de Brabantse bibliotheken en het onderwijs de doorlopende lijnen Mediawijsheid ontwikkeld. Bekijk de publicaties:

Eigenwijs..? Mediawijs..!

Aanpak om mediawijsheid te implementeren in het primair onderwijs.

Leven Lang Mediawijs

Samen aan de slag met mediawijsheid, als onderdeel van digitale geletterdheid.

Levenswijs Mediawijs

Samen aan de slag met mediawijsheid in het mbo.

Mediawijsheid op de pabo.

Aandacht voor de media voor en door de leerkracht.

Colofon

Deze publicatie is een initiatief vanuit het BNB-project Taal & Media voor Jeugd en Jongeren (2013-2015) en doorontwikkeld vanuit het project Vergroten Mediawijsheid dat Cubiss uitvoert in opdracht van de Provincie Noord-Brabant.


Auteurs: Mirjan Albers en Marloes Antens, Cubiss - Denise Bontje, DmaakthetBont

(Basis)ontwerp: Ingrid de Jong, Cubiss

Concept, creatie & techniek: soul.builders - Eindhoven

Mede mogelijk gemaakt door Provincie Noord-Brabant - Versie november 2020

Cubiss - Iedereen Doet Mee!